Geen recht op WW door verwijtbare werkloosheid
Een werknemer heeft geen recht op een WW-uitkering als hij verwijtbaar werkloos is geworden. Daarvan is sprake als de dienstbetrekking is beëindigd door de werknemer, tenzij voortzetting van de dienstbetrekking zo bezwaarlijk zou zijn dat dit van de werknemer redelijkerwijs niet kan worden gevraagd.
De Centrale Raad van Beroep heeft onlangs in een procedure een tussen werkgever en werknemer gesloten vaststellingsovereenkomst als een ontslagverzoek van de werknemer aangemerkt. Dat wil nog niet zeggen dat de werknemer ook verwijtbaar werkloos is geworden. Een ontslagverzoek van de werknemer kan de uitkomst zijn van een onderhandeling tussen werknemer en werkgever over de voorwaarden waaronder een door de werkgever gewenste beëindiging van de dienstbetrekking zijn vorm krijgt. De werknemer in deze procedure was door de werkgever in het kader van een reorganisatie boventallig verklaard, maar van een dreigend ontslag was geen sprake op het moment van sluiten van de vaststellingsovereenkomst. Volgens de Centrale Raad van Beroep had de werknemer vrijwillig gekozen voor beëindiging van het dienstverband. Er waren geen omstandigheden waardoor voortzetting van het dienstverband niet kon worden verlangd van de werknemer. Omdat de werknemer verwijtbaar werkloos was, had het UWV terecht een WW-uitkering geweigerd.
Deel dit artikel:
Gerelateerd nieuws
Fiscale aspecten cryptovaluta
22 juni 2018De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Eerste Kamer een uiteenzetting gegeven…
Geen versoepeling aflossingsverplichting
21 juni 2018De rente die wordt betaald voor de financiering van een eigen woning is aftrekbaar op voorwaarde dat…
Bedragen kinderopvangtoeslag 2019
21 juni 2018De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een ontwerpbesluit gepubliceerd met…